Meer over oncologische revalidatie

Een speciaal arbeidsrevalidatieprogramma voor politiemedewerkers in Amsterdam en Rotterdam Rijnmond is erop gericht om personeel dat kanker krijgt weer snel aan het werk te helpen.

Kankerbehandelingen pakken steeds beter uit. Jammer genoeg blijkt de kwaliteit van leven na zo’n behandeling een stuk minder dan verwacht. De remedie is voorhanden, maar wordt nog te weinig benut.

Met plezier lazen wij de bijdrage van Tokmetzis en Nab.

Steeds meer oncologiepatiënten overleven, maar worstelen na de behandeling met heftige vermoeidheid. Door gericht te trainen kunnen ze hun lichamelijke conditie verbeteren en zijn ze beter in staat om de draad van hun leven weer op te pakken.

Het is verheugend dat er eindelijk een richtlijn is, maar het is ook vreemd dat deze nodig is. Wat is er misgegaan in de communicatie tussen arts en patiënt?

Het is goed dat de nieuwe richtlijn Herstel na kanker veel aandacht besteedt aan langetermijneffecten van de ziekte, meent de Rotterdamse psychologe Margot Remie. Nog beter zou het zijn als ook de omgeving van de patiënt wordt meegenomen in de nazorg.

Steeds meer patiënten overleven kanker. Maar over de manier waarop ze daarna moeten worden begeleid, bestaat nog weinig eensgezindheid. Een nieuwe multidisciplinaire richtlijn biedt uitkomst.

'Overgeleverd aan de protocollen.' Dat gevoel leefde bij kankerpatiënt Olf Kinkhorst. Hij is niet de enige die kritiek heeft op de communicatie met artsen. Verpleegkundigen schijnen het beter te doen.

Revalidatie Nederland jubileert. Tijd om eens op een rijtje te zetten wat het resultaat is van alle energie die wordt gestoken in het revalideren van patiënten. Dat blijkt meer dan in eerste instantie zichtbaar is.

Duizenden patiënten krijgen geen revalidatie na een kankerbehandeling, terwijl ze daar wel bij gebaat zouden zijn. Revalidatie voorkomt restklachten zoals emotionele instabiliteit en vermoeidheid. Dat stelt de Vereniging van Integrale Kankercentra.

Revalidatiearts Rienk Dekker begint elk consult met de vraag: ‘Hoe gaat het nu met u?’ Dat is geen beleefdheidsfrase. Het is essentieel dat de patiënt ondanks zijn fysieke beperkingen zo goed mogelijk functioneert